zondag 29 juni 2008

Peer en zijn zoektocht naar het Geluk (deel 5)

Plots stak André zijn vinger recht in Peers navel (die was duidelijk te onderscheiden dankzij de combinatie van zijn bol penske en zijn strak poloke) en gaf er nog een draai aan ook.
Peer schreeuwde het uit van de pijn. Hij voelde het tot aan zijn rechterknieholte. Welke barbaar had deze begroeting ooit bedacht?
André was zich echter van geen kwaad bewust en begeleidde hem naar de woonkamer.
Peer was nog nooit bij André thuis geweest. Hij inspecteerde het huis dan ook grondig. Blijkbaar had André toch economischer gebouwd dan hij verwacht had.
Toen Peer het huis langs de buitenkant had gezien, had hij zich verbaasd om de enorme grootte. Aangezien André alleen woonde, vroeg hij zich af waarom hij zo'n groot huis nodig had.
Het antwoord werd echter meteen duidelijk toen Peer binnenkwam. Alle binnenmuren bestonden uit opeengestapelde koelkasten en diepvriezers. De spleten waren opgevuld met Tec 7. Dat was natuurlijk geniaal! Ten eerste was dit voor André een goedkoop, zelfs winstgevend, alternatief voor bakstenen. Ten tweede zorgen frigo's voor de ultieme isolatie. Ten derde werd elke koelkast of diepvries nuttig gebruikt. Sommige om te koelen, andere waren niet aangesloten en deden dienst als opbergruimte.
Het enige nadeel was natuurlijk dat de muren wat dikker waren. Om toch nog genoeg ruimte te hebben, moest het geheel dus wat groter zijn.
Peer had meteen wat meer respect gekregen voor André.
Ze gingen zitten aan een salontafeltje, gemaakt van een frigodeur. André ging koffie halen. Hij had een zeer vernuftig systeem ontworpen om koffie te zetten. Hij had een oud koffiezetapparaat als het ware versmolten met één van zijn diepvriezers. De warmte die de diepvriezer genereerde, werd gebruikt om koffie te maken en warm te houden. Vermits de diepvriezer altijd aanstond, had hij ook altijd warme koffie.
Peer was zeer onder te indruk. De koffie had wel een raar smaakje, maar er zat caffeïne in en meer moest dat niet zijn.
Na de koffie kreeg Peer een rondleiding in de tuin. Daar had André een koe en een stier staan. André vertelde hem over zijn rundersysteem. De koe en de stier hadden twee weiden. Deze waren gescheiden door een smalle doorgang, waar een loopband stond. Om van de ene wei naar de andere te gaan, moest de koe of de stier over de loopband. Het sensorsysteem zette de loopband dan in generatortoestand zodat het beest in kwestie niet vooruit ging over de lopende band. Het beest zou dan steeds harder beginnen lopen en zo een generator aandrijven die een batterij oplaadde. Eens de batterij vol was, werd de band stilgezet en kon het beest naar de andere wei.
Op die manier voorzag André in de stroomvoorziening voor zijn koelkastensysteem. En dat werkte voortreffelijk, want als de stier zin had om te poepen, liep die achter de koe aan. De koe had meestal geen zin, en ging dus naar de andere wei. Zo werd er heel wat heen en weer gehost.
Als de stier de koe dan wel te pakken kreeg en de koe werd drachtig, dan kwam er een kalf.
Indien dit kalf van het mannelijk geslacht was, slachtte André de stier en voorzag zo in zijn eigen voedselvoorziening van een half jaar. Als het kalf van het vrouwelijk geslacht was, slachtte hij de koe.Het geslachte beest had natuurlijk heel wat vlees dankzij de vele training op de loopband. Op die manier werd tevens de voortplantingscyclus in gang gehouden. Dat dit tot inteelt leidde, interesseerde André niet. Als het echt te gortig werd, verkocht hij de boel en kocht hij twee nieuwe beesten.
Op die manier had André niet alleen gratis elektriciteit maar ook gratis vlees en melk. Zijn diepvriezers zorgden dan voor de bewaring.
Peer was weer zeer onder de indruk.
Hij was al bijna vergeten waarvoor hij gekomen was. Maar nog niet helemaal...

wordt vervolgd...

woensdag 25 juni 2008

Sitting on a corn flake

... of toch bijna!
Aanschouw, de grootste corn flake ever!

Niet verschieten he!

http://www.maartentytgat.net/cornflake.JPG

Jep. For real. Zat in een gewone doos Jempy corn flakes. Manman. Toch wel stevig opgegeten anders!


Ik daag iedereen uit om ne grotere corn flake te vinden...

.xXx.

Maarten

ps: ik ben goedgeluimd want morgen is mijn laatste examen (baby!)

maandag 23 juni 2008

Peer en zijn zoektocht naar het geluk (deel 3)

Enkele kwartieren later kwam Peer aan bij de boerderij van André. Net toen hij uitstapte moest hij plots denken aan een column die hij laatst had gelezen. Eigenlijk had hij een hekel aan columns. Hij las ze zelden, en als hij ze las, ergerde hij zich, zoals hij zich wel vaker ergerde aan onnozele dingen, aan de hopen komma's (en haakjes) die de columnschrijvers gebruikten in hun zinnen, om intelligenter over te komen. Peer was iemand die perfect wist waar in een zin een komma moest komen, en waar niet. Vóór het woord "en" was bijvoorbeeld not done. Hij voelde het gewoon aan. Een kommma komt ergens waar de zin in twee gedeeld wordt, maar waar een punt gewoon net iets té zou zijn. Hij zondigde zelf wel eens aan de regels, maar dat was dan omdat hij niet oplette. Hij was bovendien minder kritisch voor zichzelf dan voor anderen.
Waar Peer minder goed mee overweg kon, was het gebruik van aanhalingstekens. Hij merkte dat het hip was om in plaats van aanhalingstekens te gebruiken, gewoon cursief te typen, maar hij was nog van de generatie die had leren schrijven met pen en papier. En met pen en papier is het lastig om cursief te schrijven. Laat staan vet. Maar dus aanhalingstekens, daar had hij moeite mee.
De column ging over andere columnisten. De columnist in kwestie betreurde het zwakke taalgebruik van zijn collega's. Het verderf van de Nederlandse Taal.
Peer vond dat bullshit. There's no such thing as het verderf van een taal. Hijzelf spekte zijn gesproken zinnen geregeld met woorden uit een andere taal. Het was een goede oefening voor de tong, vond hij. Hij vond het bovendien ook zeer vervelend dat de schrijver maar zat te zagen om pietluttigheden, maar eigenlijk niks interessants te vertellen had.
Hij had de column gelezen terwijl hij op het toilet zat. De WC. Dat gezever had de kwaliteit van zijn kakbeurt danig verlaagd, dat hij heel de dag nors was geweest.
Deze hele gedachtengang ging vrij snel door Peer zijn hoofd.
Toen de gedachtengang gedaan was, dacht hij aan wat hij zou zeggen als hij weldra ging aanbellen. In zijn jonge jaren was het gangbaar om "Joew" en dan de naam van de te begroeten persoon te zeggen. Tegenwoordig was het echter de gewoonte om niks te zeggen en je wijsvinger in de andere zijn navel te planten. Peer wist echter niet of André van deze begroetingswijze op de hoogte was en besloot dus maar om het op een simpele "Joew" te houden.
"Joew André!" zei hij dus toen André de voordeur opende.

Wordt vervolgd

zondag 22 juni 2008

Over Peer en zijn zoektocht naar het Geluk (Deel 2)

Net toen Peer aan de Bentley's ging beginnen, zag hij rechts van hem het bord van de afslag waarvan hij net besefte dat hij ze gemist had. "Godverdomme!", dacht hij in zichzelf. Hij zei echter "potvolkoffie!", want gij wilde de naam van de Heer niet misbruiken.
Normaalgezien zou hij nu verder rijden naar de volgende afslag en daar de snelweg terug oprijden in de andere richting. Maar dat was toch zo'n gedoe. Hij keek in zijn achteruitkijkspiegel en besloot het erop te wagen. Gewoon een stukje achteruitrijden. Het is toch te zot om voor die tweehonderd meter, zoveel diesel te verspillen.
Dus hup, pinkers op, en behoedzaam achteruit rijden. Hij vond het toch spannend. Hij was het niet gewend om zomaar verkeersregels te overtreden. Hij zou zelfs midden in de nacht op een kruispunt waar niemand te zien was, voor het rode licht wachten in de gietende regen.
Maar tijdens zijn lange rit was Peer beginnen nadenken. De filosofie van het verkeersreglement. Dat was er toch om voor veiligheid op de weg te zorgen. Het is toch niet onethish om een verkeersregel te overtreden als je zeker weet dat je niemand in gevaar brengt. Je weet het natuurlijk nooit zeker, maar als je het reglement wel altijd volgt, weet je ook helemaal niet zeker dat er geen gewonden gaan vallen. Overtuigd als hij was over de validiteit van zijn redenering, reed hij dus achteruit op de snelweg. Gewaagd!
Zonder problemen, bereikte hij uiteindelijk de afrit die hij moest hebben. Oef! En ook: "So long suckers!", gericht aan al degenen die in zo'n geval wel verder zouden rijden tot de volgende afslag.
Hij was bijzonder trots op zichzelf. Niet alleen had hij succesvol geredeneerd over de geest van het verkeersreglement, hij had bovendien een toer uitgehaald waarvan hij nooit had gedacht dat hij het zou durven. Zijn hart ging tekeer als het hart van iemand die net iets zeer spannends gedaan heeft. Hij voelde zich uitermate goed. Gesterkt door dit gevoel, zag hij het helemaal zitten om André eens stevig uit te gaan kafferen in verband met zijn verjaardagscadeau.

dinsdag 17 juni 2008

Over Peer en zijn zoektocht naar het Geluk

Peer was een zeer beschaafde man, met een geheugen om "u" tegen te zeggen. Hij was net de 50 gepasseerd, hoewel hij gerust 70 mocht. Maar daar gaf hij niks om. 55 km/h, de ideale snelheid. Zo dacht hij niet alleen aan de veiligheid, hij had ook oog voor het milieu. Het milieu. Dé rode draad door zijn leven. Al van kleinsafaan werd hem geleerd goed om te springen met het milieu. Zo kreeg hij op de lagere school videobanden te zien over hoe hij moest sorteren. Hij herinnerde zich nog hoe drankkartons in de film werden samengeperst tot speelgoed, petflessen werden verwerkt tot fleece-pulls en noem maar op. Enkele jaren later was het gat n de ozonlaag erg in de mode. Geen CFK's meer. Maar dat was geen probleem voor Peer, hij gebruikte toch geen haarlak. Nog wat later was het "De Opwarming van de Aarde". En zo volgden er nog vele bedreigingen voor het Milieu. Peer was echter de enige die ze nog allemaal kende, en ze ook nog allemaal bestreed.
Peer was onderweg naar een oude vriend waar hij nog een rekening mee te vereffenen had. Die oude vriend heette André. Ze kenden elkaar al sinds hun kindertijd. Peer was nog niet vergeten dat André hem ooit voor zijn verjaardag een zelfgemaakt cadeau had beloofd. Maar dat was nooit afgeraakt. Elke keer als hij ernaar vroeg kreeg hij één of ander zwak excuus. Maar Peer vond dat hij er nog steeds recht op had en ging nu naar André om hem eens goed zijn gedacht te zeggen.

Ja, peer was een zeer fatsoenlijke man. Maar zelfs de meest fatsoenlijke man doet wel eens onfatsoenlijke dingen. Zo zocht Peer wel eens naar porno op het internet. Maar zoals het een fatsoenlijke man betaamt, deed hij dat zeer discreet. Hij surfte dan naar een zoekrobot en tikte een zoekterm in die meerdere dingen kon betekenen, waarbij zeker één betekenis een pikant kantje had (in zijn gedachten noemde hij dat het pikantje).
Zo zocht hijbijvoorbeeld naar afbeeldingen met het trefwoord "poesje". Als zijn vrouw dan plots binnenkwam, kon hij altijd zeggen dat hij op zoek was naar foto's van katten. Zo had hij nog vele subtiele technieken om aan zijn behoeften te voldoen zonder zichzelf te beschamen.
Het omgekeerde gold voor André. André ging gewoon recht op zijn doel af. Die typte bijvoorbeeld in de adresbalk meteen "http://www.wijvenmetdikketetten.nl" in. André was trouwens nog van de generatie die dacht dat de "http://" echt nodig was. Hij had ondertussen wel al door dat je met een .nl-extensie meer geluk had. André at ook zelden met mes en vork.
Peer en André verschilden wel op meer vlakken dan alleen hun fatsoen. Wat het milieu betreft, was André niet bepaald een schoolvoorbeeld. Hij had een 4x4 wagen, maar dan zo één die er niet uitziet als een echte jeep. Waarmee je ook helemaal niet door het bos kon rijden, en die ook in de stad niet bepaald handig was. Maar hij kon er wel zijn afval in kwijt, dat hij dan dumpte in het kanaal. Om ervoor te zorgen dat de vuilniszakken niet bleven drijven, bond hij er koelkasten aan vast. Die zamelde hij voor grof geld in bij firma's die nog niet voldeden aan de CFK-normen.

Peer had nog wel een eindje voor de boeg en om de verveling tegen te gaan, besloot hij zijn auto-tel-spelletje te spelen. Om het zichzelf niet al te gemakkelijk te maken deed hij dat volgens de rij van Fibonaci. Hij begon altijd bij Ford. Na 1 Ford schakelde hij over op Opel. Na 1 Opel kwam Volkswagen. Na 2 Volkswagens kwam Citroën, waar hij er 3 van moest hebben, vervolgens 5 Peugots, 8 BMW's, 13 Mercedessen, 21 Toyota's, enzovoort, tot hij bij 377 Bentley's kwam. Dat had hij nog nooit gehaald. Het is ook niet evident om tijdens één rit 377 Bentley's tegengekomen. En dan mag je niet eens degene meetellen die je al gekruist bent tijdens het tellen van andere wagens!
Jaja, Peer zocht altijd uitdagingen voor zichzelf.

Wordt vervolgd...

zondag 15 juni 2008

Kameel vs. Dromedaris: een argument tégen de evolutietheorie

Jawel, ik ben een man van de wetenschap. God is niet echt aan mij besteed. Maar af en toe kom ik toch iets tegen dat me doet twijfelen.
Ik heb de evolutietheorie altijd een meer dan aanvaardbare uitleg gevonden voor de diversiteit in het dieren- en plantenrijk. Het is simpel eigenlijk. Als een bepaalde genetische afwijking toevallig gunstiger uitkomt, zal het beest (of de plant) die deze afwijking bezit, meer kans hebben om te overleven en zich voort te planten. Zo wordt de evolutie bijna statistisch beschrijfbaar. Mooi is dat.
Maar wat dan met de kameel en de dromedaris?
Een kameel heeft twee bulten en de dromedaris heeft er één. Toch hebben beide soorten het al duizenden jaren overleefd.
Dat moet toch het werk van God geweest zijn. Want het maakt duidelijk niet veel uit, één bult of twee.
Volgens mij was God op een dag beesten aan het bedenken. Hij had net de lama ontworpen. Prachtig beest. Maar God was een beetje in een zotte bui en dacht dat het hilarisch moest zijn om in het midden van zijn rug een bult te zetten. Wat een mop, en het resultaat is inderdaad hilarisch! De dromedaris was geboren.
En what the heck, waarom geen twee bulten? Baf, daar was de kameel!
God ligt nu waarschijnlijk nog steeds in en deuk als wetenschappers proberen uit te leggen waarom die beesten bulten hebben. Vetreservers my ass!
De giraffe is trouwens nog een goed voorbeeld van Gods gevoel voor humor.
Neenee, die creationisten zijn zo stom nog niet!

vrijdag 13 juni 2008

De Mop

Het is ondertussen al een aantal jaren geleden maar ik heb mijn moeder denk ik nooit zo hard zien lachen als na het horen van de volgende mop.
Het is echt niet zo'n geweldige mop. Ik ken er honderden en ze zijn allemaal grappiger. Maar om de één of andere reden vond zij hem wel geweldig. Zo geweldig zelfs dat ze hem probeerde aan andere mensen te vertellen, maar slechts zelden verder raakte dan de eerste zin, omdat ze zelf al in tranen uibarstte bij het afspelen in haar hoofd van de clue van de mop. Tranen van plezier uiteraard. De slappe lach. Ze moest er zelfs haar bril voor afzetten en een papieren zakdoekje gaan zoeken. En dan moesten wij (haar kinderen) de rest maar vertellen. Als we haar geschater al konden overstemmen tenminste.
Deze mop staat toch wel in de top 10 van goede herinneringen aan haar.

De Mop:

Jantje (wie anders) had examen biologie. Het was een mondeling examen. Hij moest bij de prof komen en een vraag trekken. De vraag ging over vogels. De prof nam zijn boek over vogels, bladerde er even in en liet Jantje vervolgens een foto zien van een vogel, maar met alles bedekt, behalve de pootjes.
De prof vroeg toen: "Jongeheer, van welke vogel ziet u hier de poten?"
Jantje was met verstomming geslagen. Hoe kon hij nu in godsnaam aan de poten zien welke vogel dat was? Hij had absoluut geen idee. De prof zag dat Jantje het niet wist en zei: "Komaan, raad eens dan". Maar Jantje wist het echt niet. "Dat is dan een nul he... wat is uw naam?"
Jantje stond op en legde zijn been op tafel en zei:
"Raad eens"

woensdag 11 juni 2008

Van Bob en zijn gênante GB-moment

Bob is een jongeman. Een jongeman die dikwijls aan veel dingen tegelijk probeert te denken, maar zijn hersenkracht bijgevolg ook moet verdelen over die vele dingen. Zo kan hij bijvoorbeeld een beetje denken aan het meisje waarop hij verliefd is, een beetje aan de lelijke hond die hij net zag aan de ingang en een beetje aan al de dingen die hij moet kopen in de supermarkt waar hij zich op dit moment bevindt. De GB. Officieel waarschijnlijk Carrefour Super Partner GB, maar uit praktische overwegingen onder de bevolking nog steeds aangeduid met GB.
Bob is in de GB samen met een kameraad, ze gaan inkopen doen voor hun avondmaal. Dat zal bestaan uit stokbrood, kaas, préparé en zilveruitjes. Wanneer ze reeds stokbrood en kaas in hun mandje hebben, komen ze aan de slagerij. In de GB is dat er zo één waar je een nummertje moet nemen en dan word je bediend. Zeer persoonlijk, dat wel. Maar op het moment dat ze aan de slagerij komen, staat er niemand aan de andere kant van de toonbank. Bob heeft al gezien waar de préparé ligt maar moet natuurlijk wachten tot de winkelbediende er is. Zijn kameraad besluit alvast op zoek te gaan naar de zilveruitjes. Terwijl Bob staat te wachten aan de slagerij, oefent hij het zinnetje dat hij zal zeggen als de winkelbediende terug is. Er zijn twee soorten préparé; de gewone en de martino. Bob wilt de martino, want die is net dat beetje pittiger en dat heeft hij graag.
Een nummertje hoeft hij niet te nemen denkt hij, want er staat verder niemand. Hij staat recht voor de martino op het moment dat de winkelbediende terugkomt. Het is een brede vrouw, die met een glimlach op het gezicht gebaart dat Bob mag zeggen wat hij wilt.
"Een potje martino alstublieft". Blij dat het er zo vlot uitkwam.
- "Oh, die mag u gewoon nemen hoor meneer!"
Verbaasd kijkt Bob naar de toonbank. "Ja maar, het glas..." denkt hij. En dan dringt het tot hem door. In dat deel van de toonbank zit helemaal geen glas!
Oh nee, wat een flater!
De vrouw achter de toonbank vergroot de glimlach op haar gezicht. Bob excuseert zich duizendmaal en de vrouw zegt dat het niks is.
Bob denkt plots aan de lange minuten dat hij voor de open toonbank heeft gestaan. En aan de winkelbediende die waarschijnlijk blij was dat ze eindelijk nog eens een klant mocht bedienen en die hij nu teleur heeft gesteld.
Hij neemt vlug een potje martino en wandelt weg.
Hoe meer hij aan de situatie denkt, hoe lomper hij zich voelt. Waarom zou je de martino ook niet zelf mogen nemen? Het zit al in potjes en de prijs staat er al op. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de ham. Van de ham kan je nog zeggen: "250 grammen hesp", of "een stuk of 5 schellen". Maar de martino is al kant-en-klaar verpakt. Het zou bijzonder inefficiënt zijn om de winkelbediende dat te laten nemen. Bijgevolg is het logisch dat je de martino zelf mag nemen.
Toch is Bob een beetje kwaad op de GB. Die toonbank loopt gewoon door. Alleen zit er in dat deel geen glas. Hoe moest hij nu weten dat er geen glas in zat? Het zou pas onnozel zijn als je overal gaat voelen of er glas zit ja dan nee. Zijn kameraad had het bovendien ook niet gezien.
Bob voelt zich beetgenomen. Voortaan gaat Bob naar de Delhaize, waar hij zich, ondanks de bijzonder vervelende indeling, beter thuis voelt.

dinsdag 10 juni 2008

I admit, I am a......................PLOOIER!

Let wel op de "L"
Ik ben géén pooier. Maar ik ben geplooid. Misschien stort nu uw hele wereld in. Maar weet u hoe lastig het is om in html te typen? Doe mij dan toch maar de voorgekauwde opmaak van Blogger.com.
Als ik nu op "enter" duw, komt de volgende zin daadwerkelijk op een nieuwe lijn. No more <br >-tags!
Het kan echter nog steeds, dan moet ik gewoon op "Html bewerken" klikken. Briljant gewoon!
U moet weten dat ik een website had gemaakt in pure html. Jazeker. Die staat er nog steeds, op www.maartentytgat.net , daar staan verhaaltjes en nog andere dingen op. Maar omdat ik langer bezig was met het prutsen in html, de links in de juiste bestanden zetten en het uploaden naar de server, ben ik geplooid.
Weldra zal ik gewoon op "Bericht Publiceren" klikken en klaar is Kees! Die Kees is trouwens wel een profiteur, altijd anderen al het werk laten doen.
En dan zal ik binnenkort mijn hilarische verhalen, ontroerende liedjes en ultieme waarheden in deze blog posten. Hoewel ik huiver van het woord blog. Laten we het voortaan anders noemen. GIETER! Tevens ook het grappigste woord in de Nederlandsche Taal. "Hé, ik heb hier iets uitgevonden om mee te gieten! Laat ik het gieter noemen!". Ik heb al meermaals in een deuk gelegen als ik eraan dacht.