donderdag 24 september 2009

Gyproc

Of moet ik zeggen: Gayproc!?
Waarmee ik de homoseksuele lezers niet tegen het hoofd wil stoten. Ik vind "gay" overigens niet echt een synoniem voor homo. "Gay" betekent oorspronkelijk gewoon "blij" en associeer ik bijgevolg eerder met nichterig dan wel met het beminnen van hetzelfde geslacht. Maar dat terzijde. De kwestie gaat hier over gyproc en het feit dat dit rommel is. Hierbij "gay" gebruikend als een aanduiding voor soft, flauw, lame of stom, zoals men het vaak onder de jeugd hoort gebruiken.
Gayproc mag er dan misschien, wanneer het geplamuurd en geschilderd is, uitzien als een echte muur van bijvoorbeeld steen, het bekleedt hoegenaamd geen enkele functie behalve een louter decoratieve. Gayproc is het best te vergelijken met een gordijn. Met dat verschil dat het veel lastiger te plaatsen is. Het is dan ook uitermate ongeschikt om boorden aan op te hangen. Het boren van gaten, het plaatsen van pluggen en het indraaien van schroeven is in gayproc net zozeer aan te raden als in een gordijn: niet.
Bovendien is gayproc vaak niet op het eerste zicht duidelijk te onderscheiden van een stenen muur, in tegenstelling tot een gordijn. Wanneer de doe-het-zelver aan een klus begint in/aan een muur waarvan hij denkt dat het er een van steen is, maar het blijkt er een van gayproc te zijn, kan hij voor zeer onaangename verrassingen komen te staan. Ik moet hierbij opmerken dat er ook een verrassing is die wel als aangenaam kan voorkomen: Wanneer de klusser zijn boormachine stevig vasthoudt en zich klaarmaakt om te gaan boren door de machine tegen de muur te drukken, zal hij merken dat hij zonder enige moeite en zonder zelfs maar de machine in werking te laten treden, los door de muur kan duwen. Zijn blijdschap zal echter snel omslaan in teleurstelling en radeloosheid: deze muur is van gayproc.
Om deze valse hoop en bijhorende teleurstelling voor goed de kop in te drukken, stel ik voor om voortaan geen gayproc meer te gebruiken maar gordijnen en in een volgende stap zelfs alle gayproc te vervangen door gordijnen.

maandag 14 september 2009

Ubi, de non-conformist

"Ubi Wan Kenubi!", grapte nonkel Peer bij de geboorte van Ubi, de ongewenste zoon van een aan lager wal geraakte Vlaamse ridder en een ongelukkige Waalse middenklassedochter.
De rest van de familie, voor wie Star Wars totaal onbekend was, dacht dat hij zei: "Ubi, wa 'n Kenubi!", waarbij Kenubi nog steeds niet veel betekenis had maar wel grappig klonk en Ubi voortaan vaak de troetelnaam Ubi Kenubi gaf. Dit tot grote ergernis natuurlijk van nonkel Peer, die zijn mop compleet de mist in zag gaan.
Het zal niet verwonderen dat een jongen met zulk een ongewone bijnaam door het leven zou gaan als een non-conformist.
Het begon reeds in de kleuterschool. Ubi zag tijdens de speeltijd hoe de andere kindjes hun koekjes of banaantjes grotendeels in hun mondje staken. Maar Ubi wou niet zoals de andere kindjes zijn en probeerde zijn koekjes en banaantjes de ene keer langs zijn neus en de andere keer langs zijn oren naar binnen te spelen. Bijgevolg had Ubi aan het begin van de lagere school een heel dikke neus en kon hij bijna niets horen. Uiteraard werd hij hierom gepest. Maar anders dan de andere kindjes, vond hij dit leuk.
In de klas had hij de gewoonte om op zijn bank te gaan zitten en op de stoel te schrijven. Dit leverde uiteraard veel problemen op. Want telkens als hij voorover boog om iets te schrijven, viel hij door het gewicht van zijn enorme neus pardoes met zijn snoet op de stoel.
Toch was hij niet ongelukkig, want hij schiep er genoegen in om zoveel mogelijk dingen net omgekeerd te doen als de rest van zijn klas. Zo droeg hij ook altijd truien aan zijn benen en broeken over zijn kop. Schoenen aan zijn handen en in de winter geen handschoenen aan zijn voeten.
Op een dag zei de juffrouw: "Ubi, jij bent nu eens een echte non-conformist!"
"Ja", zei Ubi, "dat is waar!"