In vergelijking met de Colruyt is de Delhaize op zaterdagochtend een oase van rust.
De Colruyt is op zaterdagochtend een hel. Om te beginnen staat er geen enkel karretje meer onder het afdakje. Dat wil niet alleen zeggen dat je zelf geen karretje meer hebt om je boodschappen mee te doen, maar ook dat al die karren momenteel in de winkel zijn. Dat kan alleen maar voor problemen zorgen. Tevreden met deze scherpe analyse stap je de Colruyt binnen met een appelsienendoos. Let op het optimisme.
Je ziet dat het druk is aan de kassa, maar je denkt: "ach, met dat onfeilbare systeem van overladen van kar naar kar, is die rij in no time verdwenen". Let ook op je hippe gebruik van Engelse woorden.
Even later word je echter geconfronteerd met de hel. Het begint met een medewerkster die een kar vol leeggoed pal aan het begin van de eerste rayon zet. Er is nog net genoeg plaats om met een kar te passeren. Maar niet met die karren van de Colruyt, want ondanks hun vernuftig draaisysteem, slagen zlechts weinigen erin deze karren te besturen zonder vast te zitten tegen de kant.
Gelukkig ben je zelf nogal aan de magere kant en weet je je tot grote ergernis van alle andere klanten tussen de twee karren te wringen.
Je hebt gehakt nodig. In de Colruyt mag je dat niet zelf nemen maar moet je een briefje invullen en afgeven. Het is vechten voor een briefje en een pen. Je hebt ondertussen verscheidene botsingen tussen karren van andere mensen veroorzaakt. Na minutenlang zoeken ontdek je het vakje van het gehakt. Je vult 400g in en legt het papiertje op de stapel. Ondertussen ga je alvast op zoek naar de koelruimte. Ineens besef je dat je de ham bent vergeten in te vullen. Je bent ondertussen echter al 2 rayons verwijderd van de slagerij, en teruggaan is hetzelfde als het no man's land tussen de loopgraven van de eerste wereldoorlog doorkruisen. Het is warm, je kunt nergens even uitrusten zonder een kar tegen je hielen te krijgen en je begint langzamerhand agressief te worden.
Je murwt je door de karren en dikzakken aan de kassa, smijt je appelsienendoos weg en fietst naar de Delhaize.
De kassa's lijken er verlaten. De stapel winkelmandjes rijkt tot het plafond. Wat een weelde en rijkdom, die Delhaize. Je hebt in een wip zelf alles genomen wat je nodig hebt en je mag zelfs zelf alles scannen en in je rugzak steken. De winkelbediendes hebben niets te doen en praten met elkaar over nagels en vijltjes.
Wat een oord van vrede en rust.
de wereld is niet klaar voor karretjes van de colruyt. zelfs de colruyt niet vrees ik. laatst zag ik een werknemer zeer onhandig zijn met zo een kar, 2 eigelijk, de sukkelaar.
BeantwoordenVerwijderen