vrijdag 27 september 2013

De identiteitscrisis van de popmuziek

Ik speel al een tijdje muziek. Dat begon met klassieke gitaar en dat ging verder met grunge-punk-pop-rock. Toen kwam de meer verfijnde pop-rock en nu is er mijn eigen muziek.
Om maar te zeggen dat ik al een tijdje in het kleine muziekwereldje zit. Ik luister belachelijk veel naar muziek en ga regelmatig naar een concert. Ik kan genieten van een leuke videoclip en ook een danske placeren is mij niet vreemd. Dat danske is meestal wel nogal vreemd.
Maar soms krijg ik toch een onbehaaglijk gevoel. Soms denk ik dat de moderne popmuziek met een identiteitscrisis zit.
Ik probeer het even uit te leggen.
Neem nu het concept van een studio-album.
Een band neemt een plaat op.
Vroeger dacht ik dat die band naar een studio ging, microfoons bij elk klankproducerend ding zette, op record duwde en zijn nummertjes speelde.
Niets van dat alles, zo blijkt!
Bas en drum zullen nog wel eens tegelijk opgenomen worden, maar al de rest wordt meestal gewoon apart opgenomen. Er wordt zelfs zomaar een hoop instrumenten aan toegevoegd achteraf!
Het resultaat is een stuk muziek waarvoor je, als je het live wilt spelen, vijf keer zoveel muzikanten nodig hebt als er in de band zitten.
Het grappige is dat ze bij het mixen wel proberen om het zo te laten klinken alsof het echt live is gespeeld. Ook al zetten ze soms zoveel reverb op de stem zodat het lijkt alsof die in een kerk is ingezongen terwijl de gitaar klinkt alsof die in een slaapkamer is opgenomen.
Heel vreemd dus.
Als ik naar een nummer luister, dan beeld ik mij altijd de band in die dat aan het spelen is. Maar dat vloekt met hetgene dat ik weet over hoe het in werkelijkheid gespeeld is. De kans is groot dat de gitaarlijn niet eens in één stuk is ingespeeld en dat ze stukjes hebben uitgeknipt en gekopieerd. Dezelfde zanger heeft vaak meerdere harmonieën over elkaar gezongen.
Allemaal illusies dus!
Helemaal ironisch wordt het wanneer ze live die muziekjes gaan spelen en dan zo hard mogelijk gaan proberen om de studio-opnames te imiteren met samples en tapes.
Of wanneer ze videoclips gaan maken waarbij de bandleden op hun instrumenten spelen of de tekst meelippen. Je wéét gewoon dat ze dat niet echt aan het spelen zijn. Elektrische gitaren zijn meestal niet eens ingeplugd dus ze doen zelfs niet eens meer de moeite om te laten lijken dat het wel zo is.
Maar waarom dan toch?
Ik bekijk die dingen en ik voel alleen maar medelijden met de arme muzikanten die gevraagd worden tien keer achter elkaar te doen alsof ze hun liedjes spelen met de overtuiging waarmee ze ze op het podium spelen.
Een man naar mijn hart is daarom Chad VanGaalen. Beste clips ooit. Een toegevoegde waarde aan de muziek, die op zich ook al geweldig is.
Zijn live-concert van een tijdje geleden in de Trix-bar, waar niet veel meer volk was als voor mijn eigen optreden van gisteren (niet zo veel dus), was een van de weinige keren dat muziek mij nog bij de keel gegrepen heeft.
Bedankt Chad, om de verzameling van de popmuziek een doorsnede met de verzameling van de kunst te bezorgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten