Liza was een Engelse dame. Ze was 25 jaar oud en kon er niet tegen als ze het liedje over het gat in de emmer begonnen zingen. "There's a hole in the bucket, dear Liza, etc..."
Nee, als er één lied was wat ze over haar mochten zingen, dan was het wel Mia van Gorki. Maar dan met haar naam in plaats van die van Mia. Liza claimde namelijk dat zij het licht eerst had gezien.
Dat zit zo.
Liza en Mia waren beste vriendinnen. Dat waren ze al sinds het eerste middelbaar. Ze kochten samen de Fancy, verwisselden 1 sok (zodat ze elk 2 verschillende sokken hadden) en vroegen het voor elkaar aan met de jongens. Mia had een oudere broer, Marc. Marc was een gabber. Hij droeg steevast Nike-Airs en Cavello broeken. Zijn haar was erg kort en hij had een kettinkje met een tovenaartje. Als Mia het lief vroeg, ging hij voor haar Bacardi Breezer halen in de supermarkt. Zo ook die bewuste vrijdag.
Marc was die dag goedgezind want hij had van zijn lief de nieuwste Thunderdome CD gekregen. En alsof dat nog niet genoeg was, had hij een skater kunnen uitschelden voor Turk. De skater was helemaal geen Turk, maar Marc wist eigenlijk niet goed wat een Turk was en zijn vrienden gebruikten het als scheldwoord, dus hij ook maar.
Goedgezind als hij was, kocht hij extraveel breezerkes voor zijn zus en een pakje Bastos op de koop toe.
Mia was in de wolken. Ze belde snel naar Liza en samen gingen ze in het stadspark achter een struik zitten. Na een half flesje zei Liza: "hihihi, ik ben al keizat jong!". Waarop Mia de sigaretten tevoorschijn haalde. "Ooh nee, rookt gij ofwa?" vroeg Liza geschrokken. Ze hadden die week nog op school geleerd dat roken ongezond was. "Ja, maar dees zijn gezonde sigaretten, zegt Marc." antwoordde Mia trots. "Hebt gij licht?" vroeg ze. 'Licht' was in die tijd jongerentaal voor een aansteker. Liza antwoordde ontkennend. Tuurlijk had ze geen licht. Ze rookte niet en kaarsjes stak ze altijd aan met lucifers. En lucifers waren niet iets dat je overal mee naartoe nam. "Klote!" zeiden ze in koor. Liza kneep in Mia's arm en riep "Pits blauw!". Nu mocht Mia niks meer zeggen tot Liza haar naam zei.
Ze besloten dan maar op zoek te gaan naar een aansteker. In het stadspark kon dat niet erg moeilijk zijn, aangezien ze niet de enige jongeren waren die daar stiekem sigaretjes gingen roken.
Ze gingen elk een kant op, het hele park rond op zoek naar licht.
Beiden hadden weinig succes, totdat ze bijna halfweg waren. Mia riep plots: "ik heb een licht gezien!" en ze liep er op af. Liza was echter al dichterbij en had het licht eerst vast. "Yes, ik heb licht gevonden!" riep ze, goed wetende dat Mia het wel degelijk eerst had gezien. Maar Mia mocht niet praten, dus dat telde eigenlijk niet. Mia liet het daar echter niet bij en probeerde de aansteker van Liza af te nemen. In het daaropvolgende gevecht beet Liza in Mia's keel, recht in haar luchtpijp. Ze liet pas los toen Mia niet meer bewoog.
Op dat moment kwam er een illustere figuur tevoorschijn van achter een boom. Hij stelde zich voor aan Liza als 'Luc from Belgium'. U kunt al wel raden over welke Luc het hier gaat. Jawel, het is dezelfde Luc als die van de band Gorki. Uit respect voor Mia, die ondanks haar zwijgplicht toch haar geluk uitschreeuwde omwille van haar vondst, het licht, schreef hij een lied over haar.
Liza had schrik dat Luc de politie zou bellen, dus ze zette het op een lopen. Al hijgend bereikte ze 8 uur later de Noordzeekust. Met al het hout dat ze op haar route verzameld had bouwde ze een vlot en bereek ze nog eens 8 uur later het vasteland. Toen ze in Noord-Frankrijk het strand opstrompelde, wachtte haar nog een onaangename verrassing...
vrijdag 22 augustus 2008
vrijdag 8 augustus 2008
De stomme steen
Op en dag (geen nacht) ging ik naar een band kijken op de Vismarkt in Leuven. De band was fijn en het publiek ook, op enkele Cruella De Vil look-alikes na. Na een goede 50 minuten was het optreden gedaan en voor Freaky Age ging ik niet blijven, dus vertrok ik maar.
De terugwandeling ging vlot. Zeer vlot. Het was alsof ik over het voetpad vloog zoals die dingskes in Star Wars in die race waarvan ook een spelleke is. Even snel en even vlot manoeuvrerend langs alle mogelijke obstakels (en dat zijn er heel wat tijdens marktrock).
Op een bepaald ogenblik liep ik zo door de Tiensestraat. Daar is ergens een frituur tegenover het gebouw van psychologie. Vanuit de verte had ik gezien dat er twee mensen frieten zaten te eten op de trappen van dat gebouw. Ik dacht: als ik daar passeer, knik ik eens vriendelijk en zeg ik 'smakelijk'.
Zogezegd, zogedaan. Maar toen bleek dat ik één van hen kende. Maar niet echt goed kende. Zo via via, wel eens mee gebabbeld, maar niet dat ie in mijn msn-lijst stond ofzo. Ik zei dus 'smakelijk', en hij zei 'alles goed?' waarop ik wel zeer kort antwoordde: 'ja.'.
Dit alles terwijl ik op een goed tempo doorhooverde. Maar vanaf de eerste stap na mijn 'ja', bedacht ik dat het misschien beleefd was en ook gezellig, om eens een klapke te doen met die jongen. Dit denken nam echter alweer 3 stappen in beslag en uiteindelijk was ik al uit zijn gezichtsveld verdwenen. Ik kon nog terugwandelen, maar dat zou misschien een beetje belachelijk overkomen, vooral omdat ik hem ook weer niet zo goed kende. Maar eigenlijk had het nog steeds gekund. Totdat ik heel die bedenking gemaakt had natuurlijk. Toen was ik nog verder en zou het pas echt onnozel zijn.
Nog steeds even snel doorwandelend, bleef mijn schoen plots haken achter een wat uitstekende stoeptegel. Ik maakte een dwaas huppeltje en was mijn ritme helemaal kwijt. Fuck!
Bij deze dus ook mijn excuses aan de persoon in kwestie, volgende keer zal ik stoppen en een babbelke slaan...
De terugwandeling ging vlot. Zeer vlot. Het was alsof ik over het voetpad vloog zoals die dingskes in Star Wars in die race waarvan ook een spelleke is. Even snel en even vlot manoeuvrerend langs alle mogelijke obstakels (en dat zijn er heel wat tijdens marktrock).
Op een bepaald ogenblik liep ik zo door de Tiensestraat. Daar is ergens een frituur tegenover het gebouw van psychologie. Vanuit de verte had ik gezien dat er twee mensen frieten zaten te eten op de trappen van dat gebouw. Ik dacht: als ik daar passeer, knik ik eens vriendelijk en zeg ik 'smakelijk'.
Zogezegd, zogedaan. Maar toen bleek dat ik één van hen kende. Maar niet echt goed kende. Zo via via, wel eens mee gebabbeld, maar niet dat ie in mijn msn-lijst stond ofzo. Ik zei dus 'smakelijk', en hij zei 'alles goed?' waarop ik wel zeer kort antwoordde: 'ja.'.
Dit alles terwijl ik op een goed tempo doorhooverde. Maar vanaf de eerste stap na mijn 'ja', bedacht ik dat het misschien beleefd was en ook gezellig, om eens een klapke te doen met die jongen. Dit denken nam echter alweer 3 stappen in beslag en uiteindelijk was ik al uit zijn gezichtsveld verdwenen. Ik kon nog terugwandelen, maar dat zou misschien een beetje belachelijk overkomen, vooral omdat ik hem ook weer niet zo goed kende. Maar eigenlijk had het nog steeds gekund. Totdat ik heel die bedenking gemaakt had natuurlijk. Toen was ik nog verder en zou het pas echt onnozel zijn.
Nog steeds even snel doorwandelend, bleef mijn schoen plots haken achter een wat uitstekende stoeptegel. Ik maakte een dwaas huppeltje en was mijn ritme helemaal kwijt. Fuck!
Bij deze dus ook mijn excuses aan de persoon in kwestie, volgende keer zal ik stoppen en een babbelke slaan...
Abonneren op:
Posts (Atom)