woensdag 16 april 2014

Jefke

Mijn liefde voor supermarkten is, zacht uitgedrukt, serieus bekoeld sinds ik er een keer binnenging.
Sinds die eerste keer ben ik al meermaals een supermarkt binnengegaan en ben ik er ook meermaals buitengegaan. Exact evenveel keren, want ik ben nu niet in een supermarkt.
Natuurlijk is de bedoeling van een supermarkt ook niet dat het er aangenaam vertoeven is. Maar het is niet omdat het niet de bedoeling is, dat het ook niet kan. Zoals de wijze Theo Maassen ooit zei: "Dat is wel niet de bedoeling he!", wat in de context zeer grappig was en aantoonde dat als alles altijd volgens de bedoeling verliep, het leven bijzonder saai zou zijn.
Laatst ging ik weer naar zo'n supermarkt. Het betrof de Colruyt. Wat ik bewonder aan de Colruyt, is dat ze op alles besparen en zo hun prijzen kunnen drukken. Slim gezien!
Maar wat ik dan niet begrijp, is waarom ze in ALLE Colruytwinkels vijfwielige winkelkarretjes hebben.
"Je moet daar mee leren rijden." zeggen ze dan.
"JA JONG IK HEB DAAR MEE LEREN RIJDEN EN IK KAN DAAR ZO GOED MEE RIJDEN ALS FYSISCH MOGELIJK IS MAAR HET BLIJVEN KUTKARREN!" roep ik dan.
Er is niks mis met alle andere karren van alle andere supermarkten. Vier wielen die volledig rond de verticale as kunnen draaien voor maximale wendbaarheid.
Waarom in godsnaam moet Colruyt daar per se een vijfde wiel aan toevoegen? Nul meerwaarde!
Als je met zo'n kar perongeluk langs een rand schuurt, kun je er niet meer weg zonder heen en weer te manoevreren alsof je een vrachtwagen moet parkeren tussen twee verschrikkelijke afgronden.
Ik kan me niet voorstellen dat er ooit een klant van de Colruyt is komen zeggen tegen een winkelbediende dat hij of zij die karren toch wel echt een topper vond.
Ze zijn gewoon slecht. Er is niks mis mee om dat toe te geven, Jef.
En dan nog iets, zou je alsjeblieft willen verbieden dat er mensen stuff verkopen aan de ingang van uw winkels. Dat is echt genant. Als het kinderen zijn die spulletjes proberen te verkopen, vind ik het erg dat ze zo triestig zijn omdat er niemand die rommel wilt kopen.
Maar deze keer was het nog erger. Twee oude, ongeschoren mannen stonden kleurstiftjes te verkopen voor kinderkankerpatiëntjes. Ik weet niet wat ik het zieligste vond, die kinderkankerpatiëntjes of de oude man die op de ongeïnteresseerdste toon die ik ooit had gehoord, zei: "steunactie".

vrijdag 7 maart 2014

YOGOL**!

Ik vind dat mooi. Mensen die heel hun leven hard hebben gewerkt en daar op hun oude dag de vruchten van mogen plukken.
Nog mooier vind ik het als je fluitend door het leven kunt gaan en ook tevreden bent met een vrucht minder.
Erg vind ik het als mensen heel hun leven hard hebben gewerkt en dan door een stom toeval alles verliezen.
"You win some, YOLO* some", zei een wijs man ooit.
Ik ben van mening dat over dit onderwerp het laatste woord nog niet is gezegd (ik ga er zometeen bijvoorbeeld nog een hele hoop zeggen) en dat het voer is voor een belangrijk maatschappelijk debat dat de toekomst van onze Westerse samenleving zal bepalen. Wat zeg ik, niet alleen de Westerse samenleving, ook de Noorderse, de Zuiderse en de Oosterse samenleving.
Maar ingewikkelde subjecten zoals dit kunnen pas begrepen worden als men er een gepaste analogie voor vindt. Zoals bijvoorbeeld de krentenbol een analogie is voor het atoommodel van Rutherford.
Daarom stel ik voor dat we in toekomste discussies over hard werken versus YOLO steeds de volgende analogie gebruiken:
Werken is zoals naar een groen licht fietsen.
Je hebt twee opties: hard fietsen om het groen nog te halen of op je gemak fietsen want het kan evengoed rood worden.
Als je op je gemak fietst maakt het niet veel uit als het rood wordt. Je bent tenminste niet moe geworden. Als het toch groen blijft, is dat een bonus: score!
Als je hard fietst zijn er weer twee opties: Je kunt net het groen halen en iedereen zal je bewonderen omdat je door je inspanning je doel hebt bereikt. Waaw goed gedaan! Je mag trots zijn op jezelf.
Of het kan net rood geworden zijn en iedereen zal denken of zelfs zeggen: Ha, daar staat ge dan voor het rood licht, net als al de rest, maar wel in het zweet!

* YOLO is een Engelse afkorting voor You Only Live Once. Dit wordt gebruikt om aan te geven dat men beter van het leven kan genieten zolang het duurt. Kan ook gebruikt worden als begroeting.

** YOGOL is een gelijkaardige afkorting die verzonnen is door Hermelien van Harry Potter en staat voor You Only Got One Life.


vrijdag 28 februari 2014

Onze postbode heeft een brommer

Onze postbode heeft een brommer.
Vroeger had onze postbode een fiets, nu heeft hij een brommer.
Iets na 8u komt deze brave dikke man met wit-bruine snor (nicotine, denk ik) door onze vredige Platte-Lostraat. Gemiddeld om de twee meter staat er een huis in onze straat. Bij de meeste van die huizen moet er post in de brievenbus. En dat doet die brave dikke man dus met een brommer.
Dat is om de 10 seconden gas volledig opendraaien en meteen weer remmen.
En dat maakt een verschrikkelijk lawaai, vooral als je in de laatste fase van je slaap of de eerste fase van je ontwaking bent.
Dat klinkt misschien als een luxeprobleem, maar laat me dit even in het juiste perspectief plaatsen.
Als er af en toe eens een extra vliegtuig over Vlaanderen vliegt, dan gaan de poppen aan het dansen want lawaai verstoort de nachtrust en nachtrust is heilig. Dan is het spreekwoordelijke kot te klein en moet er wafelijzerpolitiekgewijs ook een extra vliegtuig over Wallonië vliegen.
Deze geluidshinder heeft al menig politicien kopzorgen bezorgd en de economie ernstige schade toegebracht. Ik weet niet of er al regeringen over gevallen zijn, maar dat zou mij allerminst verbazen!
Moest er nu ineens iemand op de proppen komen met een oplossing voor dit probleem die milieuvriendelijk en goedkoper was en bovendien gezondheidsvoordelen had voor de piloot, dan kreeg die prompt een Nobelprijs!
Ik zou dan ook willen vragen aan alle mensen waarbij de postbode brommergewijs de post bezorgt, een petitie te starten zodat dit probleem in de media komt en ik een Nobelprijs kan winnen met mijn voorstel om postbodes weer te laten fietsen.
Danku.


woensdag 12 februari 2014

Korket gaat golfen

Net zoals de meesten van zijn collega's, had Korket geen idee voor wie hij zou stemmen de komende verkiezingen. Evenmin wist hij voor wat het nu precies verkiezingen waren en voor wie hij nu allemaal wel of niet mocht stemmen.
Hij vond heel het circus nogal ingewikkeld en stelde het nut van dat soort verkiezingen in vraag. Dat was bijzonder ondemocratisch van hem. Maar Korket vond het niet zo belangrijk om hoog te scoren op de democratieschaal. Dat was hem worst. En worst lustte hij niet.
Wortelen lustte hij wel.
Ooit had hij met de gedachte gespeeld om worsten in de grond te steken, die er dan weer uit te trekken en te verkopen onder de geregistreerde merknaam 'worstelen'. Hij stuitte echter op hevig protest vanwege BLOSO, dat voor verwarring vreesde bij de senioren met de pas op poten gezette 'sportelen'-campagne. Poten die, in tegenstelling tot poten uit conservenblik of glazen pot, bijzonder stevig bleken te zijn.
Korkets oma had hem altijd gezegd: "Korket, never mess with stevige poten, or else..!"
"Or else what?" antwoordde Korket dan steevast.
"Ah gaan we zo beginnen, antwoorden met een vraag?" zei oma dan.
Deze discussies konden soms mi-nu-ten-lang doorgaan, tot ze beiden uitgeput waren.
"Zijn jullie bijna uitgeput? We gaan zo sluiten!", kwam Leo de golfclubmanager dan wel eens melden.
"Hoe gaan jullie sluiten?" grapte Korket dan.
"Met de sleutel, jij grapejazz!" ginnegapte Leo dan terug.
"Als jullie niet gauw stoppen met deze nonsense, sla ik deze golfclub helemaal naar de vaantjes!" riep oma ongeduldig, dan.
"HAHAHAHA omaatje toch", hinnikten Leo en Korket dan, "Het is de bedoeling dat je met je golfclub je balletje richting de vaantjes* slaat en niet met je balletje tegen je golfclub begint te meppen!"
Meestal begonnen ze dan met z'n drieëen onbedaarlijk te lachen.
Hihi
Haha
Hoehoe
Op een dag, toen oma en Korket na het golfen nog een cafébezoek pleegden en een biertje nuttigden, riep Korket triomfantelijk uit:
"Er klopt natuurlijk niks van heel die belachelijke BLOSO campagne! Eerst zeggen ze: Als het kriebelt, moet je sporten. Maar ja, wat moet je dan zeggen met sportelen? Als het kriebt moet je sportelen? Of misschien Als het kriebelelt moet je sportelen? HAHA, insane gewoon!"

* Voor de ongeletterden: een vaantje is een klein vlagje

donderdag 6 februari 2014

Omdat ik lui ben

... en de wereld niet begrijp. Moet ik nu weg?

Alle oude fotomopjes verzameld.

maandag 27 januari 2014

De wereld is nog steeds een toverbal

Ik weet niet hoe het komt, maar ik heb heel vaak de neiging om mijn blogposts te beginnen met "De wereld is een toverbal".
Wellicht dateert dat van de tijd dat ik werd opgeleid om mijn eerste communie te doen. We kregen in het eerste leerjaar een catechesemap met duiven op de voorkant die we zelf moesten inkleuren. Binnenin zaten allemaal teksten van liedjes, nog meer tekeningen om in te kleuren en gebedjes.
Naast "De wereld is een toverbal", waren er ook tophits zoals "Tot zeven maal zeventig maal", "Wij zijn samen onderweg" en "Jezus roept alle kleine kinderen".

Wat was de wereld toen toch eenvoudig. Iedereen deed netjes zijn communie (ik zat op een katholieke school), kreeg cadeautjes en mocht in het vervolg hosties eten in de kerk (niet 'danku' maar 'amen' zeggen en niet te opvallend kauwen).
Ik geloofde, geloof ik, ook nog echt in God. Een oude man met een baard die tussen de wolken leefde met een hoop engelen.
De engelen waren in mijn dromen knappe vrouwelijke engelen. Jezus was Gods rechterhand en ikzelf was zijn linker.
(Mijn andere dromen gingen over indianen, waarbij ik monsters aan een lans moest spiesen om met de dochter van het opperhoofd te mogen trouwen, zeer katholiek was dat niet.)
De God die ik leerde kennen in de kinderbijbel, was de God van Jezus. Naastenliefde, vergeving en pragmatische interpretaties van de religieuze voorschriften, ik kon me daar wel in vinden.

Toen mijn ouders mij vertelden dat Sinterklaas eigenlijk onze buurman was, begon het geloof in God en de engeltjes ook wat te tanen.
Dat er helemaal geen God was die het goed voorhad met de mensheid, werd me wat later helemaal duidelijk.
Totnogtoe heeft niemand mij met logische argumenten kunnen overtuigen dat er inderdaad zo iemand is die de boel regelt. Iemand die ooit gezegd heeft hoe het allemaal moet, en dan volgens de ene straffen uitdeelt wanneer we het niet zo doen en volgens de andere zich geen hol aantrekt van wat we allemaal doen, want we zijn 'vrij'.

De meest logische verklaring voor al die incosistenties in het hele godsdienstverhaal is dat het allemaal verzonnen is door de mens zelf. Aangezien dat model voorlopig het meest beantwoordt aan de realiteit die ik empirisch waarneem, zegt de wetenschappelijke ik in mij dat dat een goed model is.
Het argument van de godsdienstigen dat wetenschap wel het 'hoe' kan uitleggen, maar niet het 'waarom' vind ik bijzonder zwak.
Als het antwoord op de waaromvraag 'God' is, dan is mijn volgende vraag: en waarom is er dan een God? Om de waaromvraag te kunnen beantwoorden zeker.
De waaromvraag is trouwens niet erg relevant, vind ik. Stuff gebeurt gewoon en veroorzaakt andere stuff.
Interessanter is de vraag waarom wij ons de waaromvraag stellen.

De wereld is nog steeds een toverbal.

PS: Voor de goede orde, iedereen mag van mij geloven wat hij wil, maar laat mij dan ook toe om er eens mee te lachen. Mij proberen te overtuigen van het tegendeel mag ook steeds.

woensdag 15 januari 2014

Jabba De Kool

"Nooit meer oorlog!" riep Jabba De Kool, maar hij wist dat het ijdele hoop was.
Hijzelf was geen ijdele hoop. Gij was een dikke hoop vetweefsel. Weinig ijdelheid te bespeuren bij Jabba.
"Dik zijn doet geen zeer!", gekscheerde hij dan, wanneer men hem op zijn omvang wees, naar de alom bekende uitdrukking "gek zijn doet geen zeer".
Laatst ging hij naar de nieuwe bisocoopfilm van FC de Kampioenen kijken. Hij moest alle tickets van de zaal opkopen omdat hij zoveel plaats innam en omdat hij zo luid chips vrat dat niemand nog iets zou kunnen verstaan van wat de Kampioenen zeiden (iets wat Jabba aanvocht omdat hij vond dat dat redundante informatie was vanwege de voorspelbaarheid).
"Mod-der-vet zijn is plezant!" scandeerde hij erna toen hij door de straten reed op zijn Fatmobile.
De Fatmobile was een ingenieuze uitvinding. De motor draaide op gefilterd buikvet, dat door een continue liposuctie uit Jabba's massieve vijfentwintigste onderkin werd gewonnen. De dokters waren er eigenlijk nog steeds niet uit of die onderkin anatomisch gezien bij zijn gezicht, zijn nek of zijn buik hoorde.
Om de motor in gang te krijgen volstond een simpele loodaccu niet. Hiervoor werd een hulpmotor gebruikt die draaide op methaangas, dat in een flesje onder zijn linkerborst zat.
Het duurde niet lang voor er zich een menigte achter hem schaarde. Ze klaxoneerden luid en riepen met hem mee.
"Aan de kant, gij vette pad!"
"Scheer u weg, gij drol from hell!"
En ga zo maar door.
Maar Jabba negeerde dat alles. Hij had een plan. Hij bleef in het midden van de viervaksbaan rijden. Hij had eigenlijk geen keus, hij was te breed om op te schuiven.
Wanneer er zich genoeg volk achter hem had verzameld, begon hij ineens leuzes te schreeuwen die de wereld moesten veranderen.
"Weg met de overconsumptie!"
"Neen aan corruptie!"
De menigte achter hem voelde plots een nieuwe energie. Ze voelden hoop. Ze beseften dat dit het moment was om de dingen te veranderen.
Ze riepen met hem mee.
"Gelijke rechten voor iedereen!"
"Schaf af die doodstraf!"
"Free Nelson Mandela!"
Maar geleidelijk aan begon iedereen dingen te roepen die alleen op hunzelf van toepassing waren.
"Lagere lasten op buitenverblijven met een zwembad van twee vierkante meter!"
"Stop de verloedering van de Eksterstraat in Hechtel!"
"Goedkoper WC-papier voor iedereen!"
Toen wist Jabba dat er nooit echt iets zou veranderen.
Hij wilde zijn Fatmobile in achteruit zetten om iedereen te verpletteren. Maar tegen de tijd dat zijn wagen tot stilstand was gekomen en voldoende versnelling had gegenereerd in de andere richting, had iedereen al vliegtuigen gebouwd om te ontsnappen.
Jabba gaf het op en deed een dutje.